Op dit moment bestaat mijn sleutelbos uit acht sleutels: mijn huissleutel, sleutels voor kantoor, voor de computerwerkplaats en voor opslag in de kerk. Ik heb niet altijd al die sleutels bij mij, want dat maakt best veel herrie. Maar mijn sleutelbos is wel een mooie inleiding voor mijn werkzaamheden, tijd en verantwoordelijkheid. Iedere sleutel vertelt zijn eigen verhaal.
Huissleutel
Ons huis heeft een voordeur. Met één slot. Als we thuis zijn, staat de deur meestal open. Als we niet thuis zijn, dan zit de deur meestal op slot. Soms is ons huis een plek van samen zijn met anderen, soms spelen tientallen kinderen tegelijk in ons huis. Ons huis is ook ónze plek. En soms gaat de deur even lekker dicht. En op slot.
Ons huis staat (bijna letterlijk) midden in Noah’s Ark:
Katie en ik hebben het er wel eens over hoe het zou zijn als we niet op onze werkplek zouden wonen. We kunnen wel wat voorbeelden bedenken, zoals écht meer een eigen plek hebben, en een duidelijkere scheiding tussen “werk” en “thuis”. Maar al snel zouden we het toch ook enorm missen om geen deel meer te zijn van de gemeenschap bij Noah’s Ark. Ik zal eerlijk toegeven dat ik me soms wel eens erger als er tijdens het avondeten drie keer op de deur wordt geklopt: “Heb je secondelijm?”, “Hier is het boek dat ik drie weken geleden terug zou brengen” of “Mag ik je sleutel even lenen?”. Zo voor mensen klaar kunnen staan zou onmogelijk zijn als we ‘buiten de poort’ zouden wonen. Écht overwogen hebben we het nooit, maar toch drijft het af en toe eens boven: “Wat als…?”
Als we met Nederlandse maatstaven kijken naar ons huis, dan is het klein (49 vierkante meter, en volgens mij is het eigenlijk nog iets minder). Alle kamers komen uit op de woonkamer, ook de voordeur. We hebben niet altijd warm water en de vloer is van glad beton. Als we ons huis vergelijken met menig Ugandees huis uit onze buurt, dan hebben we wel drie aparte kamers in plaats van een en hebben we stromend én drinkbaar water. Ook zijn de muren geplamuurd en geverfd en hebben we geen kale stenen en zijn onze muren niet gemaakt van stokken en modder.

Ons huis is een fijne plek. Een plek om samen te zijn. Een plek om samen samen te zijn. En een plek om samen alleen te zijn. En heel af en toe, een plek om alleen te zijn.
